Arbeidsongeschiktheid en mediation

De praktijk laat zien dat kwesties tussen arbeidsongeschikte werknemers en werkgevers nog al eens uit de hand kunnen lopen. Daarbij valt te denken aan tal van onderwerpen, zoals een onderliggend arbeidsconflict, betwisting of er sprake is van ongeschiktheid, of er passende arbeid kan worden verricht, of er aan re-integratieverplichtingen is voldaan etc. In een groot aantal gevallen willen werkgevers snel doorpakken, zonder mediation toe te passen, met het gevolg dat een rechter een oordeel moet vellen. In deze bijdrage wordt een tweetal recente uitspraken behandeld met betrekking tot dit onderwerp. 

Kantonrechter Zwolle ECLI:NL:RBOVE:2023:1069
In deze zaak is werkneemster op 1 februari 2017 in dienst getreden en in augustus 2020 uitgevallen wegens ziekte. Na een week heeft zij haar werkzaamheden deels hervat voor 5 uur per week. In april 2021 is het eigen werk uitgebreid naar 28 uur per week en daarnaast is werkneemster 12 uur per week in aangepast werk gaan werken. In juni 2021 heeft het UWV in een deskundigenoordeel geoordeeld dat werkgever onvoldoende re-integratieverplichtingen had verricht en dat het niet uitvoeren van een voorgesteld arbeidsdeskundig onderzoek kon leiden tot stagnatie van de re-integratie en verdere verstoring van de arbeidsverhouding. In juni 2022 is een WIA uitkering aangevraagd, waarna een arbeidsdeskundige van het UWV oordeelde dat werkgever toen wel genoeg had gedaan aan de re-integratie. Vervolgens is de WIA aanvraag wel afgewezen, omdat werkneemster minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Werkgever heeft werkneemster hierna meerdere malen een arbeidsovereenkomst voor 28 uur per week aangeboden, die werkneemster herhaaldelijk weigerde. Werkgever heeft werkneemster vervolgens op non-actief gesteld en tevens kenbaar gemaakt dat er geen loon meer betaald zou worden. In kort geding in november 2022 heeft werkneemster aanspraak gemaakt op wedertewerkstelling voor 40 uur per week en betaling van haar loon. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. Per 2 december 2022 is werkneemster volledig arbeidsongeschikt. Werkgever verzoekt ontbinding op basis van de e- grond en g-grond.

Oordeel kantonrechter: De werkneemster heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld waardoor een beroep op de e-grond niet slaagt. In dit kader oordeelt de kantonrechter dat op zichzelf begrijpelijk is dat werkneemster niet tot ondertekening van de door werkgever aan haar aangeboden arbeidsovereenkomst voor 28 uur per week is overgegaan en in kort geding wedertewerkstelling voor 40 uur per week heeft gevorderd. Voorts kon niet uit het arbeidsdeskundige rapporten worden afgeleid dat werkgever structureel werk van 28 uur moest bieden. Het uitblijven van een WIA-uitkering betekende bovendien dat werkneemster er fors in inkomen op achteruit zou gaan indien zij akkoord zou gaan met een arbeidsovereenkomst voor 28 uur per week. Het had van werkgever verwacht mogen worden dat hij duidelijk had gemaakt waarom een 40 urige werkweek onmogelijk was. Hoewel werkneemster ten onrechte heeft geweigerd om met medewerkers van werkgever in gesprek te gaan, is de kantonrechter van oordeel dat ook een ontbinding op de g-grond niet aan de orde kan zijn. Mede ook gelet op het feit dat partijen nog geen mediation geprobeerd hebben, terwijl dit wel meerdere keren is geadviseerd, ziet de kantonrechter derhalve geen aanleiding om aan te nemen dat sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ontbinding wordt aldus afgewezen.

Kantonrechter Haarlem ECLI:NL:RBNHO:2023:2560
Werknemer is sinds 28 februari 1989 bij KLM in dienst op de luchthaven Schiphol voor 20 uur per week. Van 2013 tot en met 2015 is werknemer diverse keren aangesproken op onacceptabel gedrag (verbaal en non-verbaal) en het niet opvolgen van werkinstructies. Werknemer heeft hiervoor meerdere waarschuwingen voor ontvangen en een disciplinaire berisping. Op 25 mei 2022 heeft werknemer zich ziek gemeld. Vervolgens is werknemer in juni 2022 aangesproken op het feit dat hij niet meewerkt aan re-integratie. Na zijn betermelding op 7 juli 2022 heeft werknemer opnieuw en tevens een laatste waarschuwing gekregen omdat hij niet op zijn diensten verscheen en KLM niet met hem in contact kon komen, noch op een gepland gesprek verscheen. Werknemer bleek echter in Tenerife te zijn. KLM heeft werknemer geantwoord dat het niet is toegestaan om tijdens een ziekteperiode zonder toestemming naar het buitenland op vakantie te gaan. KLM heeft per 19 september 2022 het loon stopgezet en werknemer bleef onbereikbaar. Op 15 september 2022 heeft het UWV in een deskundigenoordeel geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van werknemer onvoldoende zijn. Volgens het UWV is er geen deugdelijke grond aanwezig voor werknemer om niet passend werk bij de eigen werkgever te verrichten. KLM verzoekt hierna ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel kantonrechter: Volgens de kantonrechter heeft KLM niet het advies van de bedrijfsarts opgevolgd, waarin is opgenomen dat partijen in gesprek moeten gaan over de arbeidsverhouding omdat die van invloed kan zijn op het ziekte- en herstelgedrag. Het had op de weg gelegen van KLM om een mediationtraject te starten. KLM valt te verwijten dat zij niet is ingegaan op het aanbod van werknemer om alsnog te komen werken. Het had op de weg van KLM gelegen hem die kans te geven. Partijen hebben steken laten vallen waar het de re-integratie betreft. De arbeidsovereenkomst zal niet worden ontbonden. De kantonrechter vindt dat eerst een mediationtraject moet plaatsvinden om de verhouding tussen partijen te herstellen.

Conclusie
In bovengenoemde uitspraken komt naar voren dat rechters waarde hechten aan mediation, zeker daar waar het arbeidsongeschiktheidskwesties betreft. Op zichzelf is dit ook logisch, omdat er in de meeste gevallen veel speelt in de verhouding tussen partijen die anders onderbelicht blijft en waar juist oog voor moet zijn. Ook wordt door bedrijfsartsen veelvuldig mediation geadviseerd, zo laat de praktijk zien. Het is verstandig dergelijke adviezen op te volgen, alvorens de gang naar de rechter te zoeken zo blijkt wel.